Het leven van een vrachtwagenchauffeur is niet voor iedereen weggelegd. Ook is het niet voor iedereen een droom. Voor mij was dit het allebei gelukkig wel. Al sinds ik zes jaar oud ben wil ik elke modelvrachtwagen hebben die ik maar kan vinden. Tegen de tijd van mijn tiende verjaardag had ik een hele doos vol met verschillende modellen. Sommige waren van metaal en waren alleen om naar te kijken. Andere konden echt rijden, deze vond ik het mooist. Ik besloot op latere leeftijd om van mijn hobby mijn werk te maken. Ik woonde op een boerderij. Ik bestuurde hier vanaf jong al hele grote machines. Hierdoor was het voor mij geen grote moeite om te slagen voor mijn vrachtwagen rijbewijs. Ik deed dit dan ook in 1x en snel. Het leven op de boerderij was mooi, maar werd best saai. Ik wilde meer van de wereld zien dan alleen het uitgestrekte veld waar de koeien op stonden te grazen en het grote rode kippenhok waar mijn moeder zo trost op was. Ik solliciteerde via mijn vader bij een distributiebedrijf voor hout. Ik wist dat dit bedrijf haar hout in Bosnië liet verbouwen. Ik wilde hier graag heen.
Op de weg
Aan de linkerkant van de weg uitgestrekte velden en hier en daar een kerktoren op de horizon die boven de gewassen uit kwam. Aan de rechterkant van de weg grote heuvels met mooie hoge bomen. Midden in de nacht, in de zomer, met mijn raampje open. De zachte wind was bij elke ademhaling even puur. Om mij heen geen passagiersauto’s meer, maar alleen maar vrachtwagens. Er waren hier geen lantarenpalen, dus het was heerlijk rustig. Aan het eind van de dag rit sliep ik in de vrachtwagen. Dit kon ook in de cabine. Ondanks mijn lengte van 195 centimeter sliep ik hier heerlijk.
Ontbijten onderweg
Ik at het liefst onderweg bij een wegrestaurant. Mensen zijn altijd ready om een praatje met je te maken. Reizigers zijn vriendelijk. Het is net alsof je op vakantie bent. En mensen op vakantie voelen zich ook vaak vrij. Werken op de weg had hetzelfde gevoel. Het enige wat ik miste, was mijn familie thuis. Deze zag je niet na elke dag. Gelukkig zag ik wel elke dag andere mensen. Dit zorgde ervoor dat ik me nooit eenzaam voelde. En, aan elke reis kwam weer een eind. Dan had ik een paar dagen de tijd met mijn familie. Ik zou het niet anders willen.